10 jaar HVC’10, deel 3: De mooiste week van het jaar

HVC’10 bestaat op 1 juli 2020 precies 10 jaar. In het jubileumjaar van de club komen de hoogtepunten uit de geschiedenis van de Hoekse voetbalclub aan bod in een maandelijkse rubriek. In deel 3: De mooiste week van het jaar.
*KOMENDE VRIJDAG 15 NOVEMBER HOUDT DE KAMPLEIDING EEN INFORMATIEAVOND, VAN 19-20 UUR IN DE KANTINE*
Door: Snip
Afgelopen zomer heeft het 25e jeugdkamp van HVC’10/Hoekse Boys plaatsgevonden in Ermelo, een fantastische mijlpaal van een succesvol evenement. Ieder jaar weer verzamelen in de laatste week van de zomervakantie hordes Hoekse kinderen zich op de parkeerplaats van onze prachtige vereniging, want de week waar ze al het hele jaar naar uitkijken gaat dan beginnen.
Een week waar ik zelf zo’n 20 jaar vol enthousiasme naar toe heb geleefd, als kind en als begeleider. Iedere zomervakantie, als we terugkwamen uit Spanje of Italië, was de kampbrief het eerste waar ik tussen de post naar zocht. Ook al stond daar bijna altijd hetzelfde in, toch wilde je het lezen. De kampweek met Hoekse Boys was een hoogtepunt, iets waar mijn voetbalvrienden nog steeds anekdotes over delen met elkaar.
De muggenbult, op een gênante plek, van Woody, het kapotgeschoten ruitje van Michael, de wedstrijden tegen Beerse Boys, de opmerking ‘Hee Woody, moet je eens kijken’, Frank die tijdens zijn slaap uit het bovenste stapelbed lazerde, mensen die in hun bed plasten omdat hun vinger tijdens de slaap lange tijd in een flesje water werd gedaan; zo kan ik nog wel even doorgaan. We hebben het er met elkaar nog steeds over.
Het maakte ook niet uit of jouw vrienden mee gingen op kamp, op voetbalkamp maakte je altijd nieuwe vrienden. Veel van mijn vrienden gingen op een hoger niveau voetballen in de jeugd en gingen dus niet meer mee op jeugdkamp. Toch bleef ik altijd meegaan, het was een belevenis die mij heel veel waard was. En dat lag voor een groot gedeelte aan de fantastische leiding die ieder jaar weer voor een uniek jeugdkamp zorgde. In al die jaren heb ik zoveel fantastische kampleiders gehad, ook met hen deel ik nog steeds de unieke verhalen.
Mijn eerste kamp was in Blaricum, we sliepen gewoon in ouderwetse tenten. We wisten niet beter, dus dat was natuurlijk fantastisch. Ik was toen 5 jaar, maar ik weet dat nog hartstikke goed. Later zaten we in de meest uiteenlopende kamphuizen, met altijd wel een voetbalveldje erbij. We hebben in al die jaren zoveel verschillende spelletjes gespeeld, het was erg knap hoe de leiding ieder jaar weer een ander programma in elkaar draaide. Het leukste spel dat we in al die jaren hebben gespeeld, is wat mij betreft de vossenjacht. Alle leiders lopen verkleed door het dorp heen en de teams moeten de leiders gaan tikken. Maar de leiders zijn moeilijk te vinden en erg moeilijk om te tikken. De grootste uitdaging was toch altijd Boks, de snelste man van Hoek van Holland. Helaas voor hemzelf kon hij die snelheid nooit goed combineren met een bal, maar rennen zonder bal kon hij als de beste.
Na 14 jaar als kind te zijn meegegaan, zelfs nog toen ik al bij de selectie speelde, was het mooi geweest. Te oud, officieel geen jeugdspeler meer. Toch hield het voor mij niet definitief op, slechts voor een paar jaar. Toen de fusie er in 2010 kwam, was het duidelijk dat het jeugdkamp niet verloren mocht gaan en gelukkig zette de prachtige traditie, die het jeugdkamp is, zich na de fusie door.
Ik had altijd al de wens uitgesproken om ook als kampleider mee te gaan en na een paar jaar kwam er een plek vrij. Uiteraard hoefde ik hier niet over na te denken en zo ben ik nog zo’n 6 jaar meegegaan als kampleiding.
Dan kom je er achter wat er allemaal bij de organisatie voor het jeugdkamp komt kijken, dat besef je natuurlijk niet als kind. Ik delegeerde mijn taken vooral, dus ik had een makkie. En als er tijdens de vergadering werd gevraagd wie een openstaande taak wilde doen, hield ik altijd wijselijk mijn mond. Zo heb ik het al die jaren makkelijk gered. Die taak is, zo heb ik gehoord, gemakkelijk overgenomen door Len. En dan schijnt hij zelfs die ene taak, die hij niet gedelegeerd kreeg, te verprutsen.
Mijn hoofdtaak tijdens kamp was het schrijven van de verslagen, zo hield ik het thuisfront op een luchtige manier op de hoogte van de gebeurtenissen op het kamp. Soms lees ik deze verslagen nog wel eens terug, want dan schieten ze voorbij in mijn documenten. Als ik ze dan lees, is het net of ik weer op voetbalkamp ben. En dan weet ik weer hoe fantastisch ik het al die jaren heb gevonden. En met mij nog honderden anderen.
Ook als kampleider keek je enorm uit naar de kampweek, het is een garantie voor enorm veel plezier. Onderling heb je plezier, maar ook met de kinderen. Je beseft dat je de kinderen een herinnering voor het leven meegeeft en dat maakt het allemaal extra mooi. Ieder jaar staan er weer andere mensen op die de kinderen een geweldige week gaan bezorgen, de kampleiding verandert ieder jaar. Maar de sfeer op voetbalkamp is altijd hetzelfde. In 1 woord: Geweldig!
Groeten, Snip
